RWONL 13 juni 2023

Verslag Regionaal Welzijnsoverleg

Dinsdag 13 juni 2023

Agenda

1.     Welkomstwoord door voorzitter Leon Houben

2.     Panelgesprek over de toekomst van de geïntegreerde zorg

3.     Gesprekstafels over geïntegreerde zorg en samenwerking

 

Verslag

1.     Welkomstwoord door voorzitter Leon Houben

Op dinsdag 24 maart 2020 werd de doorstart van het regionaal welzijnsoverleg Noord-Limburg  geannuleerd omwille van het vergaderverbod in volle Covid-pandemie. Na 3 jaar inactiviteit hebben wij een enthousiaste werkgroep kunnen samenbrengen die er zeker voor wil zorgen dat het RWONL geen stille dood sterft.

Vandaag willen we samen in dialoog gaan omtrent het toekomstbeeld van de geïntegreerde (welzijns-)zorg waar welzijnspartners vertrekken vanuit regionale en lokale samenwerking in functie van burgers, cliënten en  patiënten.

 

2.     Panelgesprek over de toekomst van de geïntegreerde zorg

Het panel bestaat uit een groep van vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren die het toekomstbeeld van hun sector mogen schetsen en aan de hand van vragen gesteld door een moderator verder in gaan op hoe samenwerking er uit kan zien.

De panelleden waren:

-        Onderwijs: Lieve Lemmens (directie WICO juniorcampus)

-        Lokale overheid: Gunther Brebels (dienstverantwoordelijke samenleven, gemeente Pelt)

-        Geestelijke gezondheidszorg: Veerle Umans (netwerkcoördinator Ligant)

-        Jeugdhulp: Dorine Heynickx (netwerkcoördinator Gezin Centraal)

-        Algemeen Welzijnswerk: Theo Christoffels (CAW Limburg vzw)

We delen graag de voorbereiding van elk panellid op de vraag: ‘Hoe ziet de toekomst voor jouw sector (in relatie met de cliënt/patiënt/burger) eruit vanuit het thema geïntegreerde zorg met regionale en lokale samenwerkingen?’

Hoe ziet de toekomst er uit voor…

…onderwijs

Binnen WICO lopen een 4000-tal jongeren school. Met de herstructurering van 2020 hebben  we co-creatief met collega’s onze missie en visie en ook het DNA van onder andere leerlingbegeleiding opnieuw onder de loep genomen. Voor leerlingbegeleiding hebben we sterke keuzes gemaakt met als basis Nieuwe Autoriteit, geweldloze communicatie, handelingsgericht werken, het 4-ladenmodel en de werken van Brené Brown. Leerlingbegeleiding is leerlingencoördinatie geworden en hiermee ook meer verschoven naar de klasvloer en het werken met groepen. Met het merendeel van de jongeren loopt het goed, hier en daar een crisisje of een sputtertje of een onvoldoende die op school te  “handelen” is. Dit zijn de jongeren die vaak opgroeien in een warm nest in een veilige context of die terecht kunnen met een hulpvraag bij externe hulpverlening.

Over een klein percentage van onze jongeren maken we ons grote zorgen, de denkkaders werken niet voor hen…. en toch (moeten) ze blijven naar school komen en werken we aanklampend met hen. De problematieken zijn heel divers gaande van contextueel tot een ernstige psychiatrische stoornis in ontwikkeling.

Ze overschrijden de draagkracht van een klasgroep en een lerarenteam of proberen te verdwijnen van de onderwijsradar. Bij het zoeken naar begeleiding, ondersteuning voor deze jongeren stoten we op wachtlijsten, op vraag gestuurd werken waar te veel of geen vragen zijn, op soms weinig erkenning – samenwerking met school. Deze jongeren hebben een  ‘flexibel’ dorp nodig om veilig te groeien naar volwassenheid ….

 

…de lokale overheid

De vertrekbasis is het lokaal sociaal beleid:

OCMW en gemeente zijn samen regisseur van het lokaal sociaal beleid binnen de gemeente en doen dit in samenwerking met alle actoren actief op het grondgebied, met participatie van de doelgroep en met de focus op mensen met een verhoogd risico op kwetsbaarheid. Het lokaal sociaal beleid zorgt voor analyse, participatie, doelstellingen en acties waarvoor budgetten moeten worden voorzien.

Als OCMW / gemeente doen wij enerzijds aan individuele maatschappelijke dienstverlening en anderzijds zetten we ook in op collectieve acties om mensen met een verhoogd risico op kwetsbaarheid extra te ondersteunen en proactief te benaderen met het oog op detectie en toeleiding. Heel concreet gaat het over acties en projecten zoals: Cabrio, buddywerking, taalstimulering, OverKopwerking, flankerende onderwijsacties, UiTPAS, Zorgzame buurten, LDC’s, MMC, doorverwijskaarten, bezoekersteams, …

Wat zijn de grote uitdagingen? Geestelijke gezondheid, individualisering en vereenzaming, diversiteit, armoede, verslaving zijn vaak aan elkaar gelinkt.

Hoe aanpakken? Schaalgrootte is belangrijk om met vereende kracht de uitdagingen aan te gaan: ik volg op dit vlak met veel interesse de ontwikkelingen rond de ELZ. Dit is het forum om de professionals van de eerste lijn mee aan tafel te hebben.

Nabijheid is belangrijk om de doelgroep in de eigen omgeving te bereiken en er mee op weg te gaan: ik volg op dit vlak met veel interesse de ontwikkelingen rond de zorgzame buurten.

Samenwerken is belangrijk: ieder zet de eigen deskundigheid in met het oog op hetzelfde resultaat.

Erg belangrijk is de beschikbare middelen efficiënt inzetten, dit betekent netwerken, regie, coördinatie.

 

…de geestelijke gezondheidszorg

Sinds de start van de netwerken GGZ volwassenen en de netwerken geestelijke gezondheid kinderen en jongeren staat het thema geestelijk gezond/mentaal welbevinden hoog op de agenda. Corona maar vooral de impact hiervan heeft daar uiteraard ook een grote rol in gespeeld.

Ik hoop dat de weg die is ingeslagen om te streven naar geïntegreerde zorg verder kan bewandeld worden. Waar expertise vanuit geestelijke gezondheidszorg kan flankeren waar dit nodig is. Dat het laagdrempelig aanbod van de psychologische functies in de eerste lijn mensen veerkrachtiger maakt zodat ze in de toekomst sneller de stap naar hulp kunnen zetten of weerbaarder zijn om met tegenslagen om te kunnen gaan. Ik droom dat GGZ expertise enkel maar nodig is voor diegene die echt vastlopen in hun ontwikkeling of dagelijks functioneren en er misschien minder wordt gepsychologiseerd en geproblematiseerd maar dat het krachtgericht en netwerkgericht samenwerken een evidentie wordt in zorg op maat. Waar de grenzen van de ene organisatie overvloeit in de mogelijkheden van de andere…dat iedereen oog blijft hebben voor het mentaal welzijn van elkaar.

 

…jeugdhulp

1. Ondersteuning en hulpverlening zullen transparanter zijn, meer samenhang en minder breuklijnen vertonen, en dus meer continuïteit, omwille van de realisatie van ‘trajectondersteuning’, de sterke focus op gedeelde verantwoordelijkheid, het aansluiten van meer gespecialiseerde hulpverlening op de universele dienstverlening en het principe van ‘bij- en afschakelen’; Trajectondersteuning waarborgt de continuïteit van het hulpverleningstraject. Een minder versnipperde en meer kwaliteitsvolle diagnostiek verzekert dat de zorgnood van het kind zo vroeg mogelijk het vertrekpunt vormt van elk traject. Veel meer kinderen en jongeren blijven in hun vertrouwde omgeving. Kinderen en jongeren die vervolgens meer gespecialiseerde (residentiële) zorg nodig hebben, kunnen daarop rekenen en belanden niet langer in een hulpverleningscarrousel. Alle actoren die zich engageren voor kinderen, jongeren en gezinnen zullen zich verenigen rond een set van gemeenschappelijke doelstellingen.

2.  De vragen van kinderen, jongeren en gezinnen zullen sterk leidend zijn voor de strategie die op elk niveau wordt uitgebouwd. Deze manier van werken maakt het ook mogelijk om lokale en regionale accenten te leggen i.f.v. de eigen populatie;

3. Ondersteuning en hulpverlening zullen veel meer vanuit een voor gezinnen natuurlijk perspectief en lokale dynamiek vertrekken. Bestaande ‘Huizen van Vertrouwen’, zoals de Huizen van het Kind of de OverKophuizen zijn uitgelezen plekken om preventief te werken, in te zetten op vroegdetectie en vroeginterventie, en meer gespecialiseerde vragen veel dichterbij aan te pakken;

 

 

…algemeen welzijnswerk

Twee bewegingen om binnen CAW en zijn netwerk om goede zorg aan te bieden aan cliënten in een steeds complexere samenleving.

1)     CAW Limburg, algemeen welzijnswerk naar een nieuw organisatiemodel.

Waarom?

-           Zo dicht mogelijk bij cliënt werken door lokale en ELZ verankering

-           Vlotte doorstroom van cliënten faciliteren

-           Meer samenwerking en verbinding over de werking heen

-           Zichtbaar aanbod realiseren voor cliënten in de regio’s

-           Relatiebeheer met lokale partners en lokaal beleid

-           Ruimte voor nieuwe uitdagingen en structurele problemen aanpakken

 

Hoe?

-           Zo regionaal mogelijk versus centrale teams

-           Professionele nabijheid

-           Aanspreekpunten in de regio en gezicht in de regio

-           Dialoog met lokale besturen

 

Regionaal waar het kan en centraal als het moet. Noord-West en Mid-West: 14 gemeenten met eenduidige aansturing per regio.

Anders geformuleerd: ontschotting van verschillende teams. Verschillende hulpverleners kijken mee waardoor snellere hulp, kortere lijnen. De beste expertise onmiddellijk inzetten.

Welke teams? Onthaal, Integraal welzijn, GRW, slachtofferhulp, bemiddeling, … worden 1 team.  Zo snel mogelijk bij de expert of deskundige hulpverlener.

 

2)     Sector overschrijdende teams die multidisciplinair werken

 

Waarom?

Voor 90 % van de hulpvragers werkt het aanbod van diverse sectoren. De resterende 10 % hebben complexe problemen, hebben geen afgelijnde vraag, durven niet naar hulpverlening te stappen, hadden slechte ervaringen met HV, … Of zijn de drempels te hoog om naar hulp- dienstverlening te stappen.

Een complexe samenleving met doorgedreven digitalisering (afspraak, geen inloop, digitale aanmelding, …), hoogdrempelig gelinkt aan gespecialiseerde zorg, enkele zwaardere fenomenen of problematieken (verslaving, psychiatrie, financiële problemen, energiecrisis, …)

Mensen met Complexe problemen vragen ‘complexe’ hulpverlening of teams van verschillende expertisen van verschillende sectoren.

Aantal sectoren zetten in op samenwerkingsverbanden en bieden geïntegreerde zorg aan met zo weinig mogelijk drempels voor deze ‘10 % cliënten’.

 

Hoe?

Deze teams werken laagdrempelig, werken nabij in de leefomgeving van de cliënten. Deze samenwerking brengt expertise op 2 lijnen: specifieke zorg op maat van de individuele cliënt en netwerken van meerdere organisaties ten dienste van de concrete casus. En gedeelde expertise wordt teruggekoppeld naar de partnerorganisaties.

Vbn. Housing First, Cabrio, FJC, Ekwo, Overkophuizen, Gezin Centraal/1 gezin 1 plan, … 

 

 

3.     Gesprekstafels over geïntegreerde zorg en samenwerking

Aan de verschillende gesprekstafels werd er in dialoog gegaan over drie vragen. Een synthese van de antwoorden vinden jullie terug onder elke vraag.

Vraag 1: Wat zijn goede praktijken die vandaag aanwezig zien en in het toekomstbeeld passen?

Algemene voorbeelden:

o   In Noord-Limburg is iedereen overtuigd van het belang van samenwerking. We hebben een mentaliteit van samenwerken. We zijn geen centrumstad, we zijn op elkaar aangewezen en hebben elkaar nodig waardoor gedeelde verantwoordelijkheid vaak een gewoonte is. We zijn misschien met minder maar het lukt ons misschien daardoor ook beter.

o   We blijven aandacht hebben voor informele ontmoeting en kennen het belang van elkaar regelmatig te treffen. Door elkaar persoonlijk te kennen, nemen we sneller de telefoon om in overleg te gaan met elkaar en durven we kritisch maar constructief samen te werken. Hierdoor verbeteren de trajecten met cliënten maar ook de eigen werking.

o   We vinden het niet vreemd om aan elkaars mouw te trekken, ook al zijn we niet van dezelfde organisatie.

o   We benaderen elkaar met respect.

o   We geven jongeren/volwassenen verantwoordelijkheid over hun eigen traject.

o   Meerdere organisaties die grenzen verleggen voor gezinnen en zorgen voor warme overdracht en elkaar feedback kunnen geven. Een tandwiel zijn dat mooi werkt en aansluit op het volgende.

o   Inzetten op vroegdetectie, niet wachten tot er al problemen zijn.

Concrete praktijkvoorbeelden:

o   PRAGT (Perinataal Regionale Ambulante GezinsTrajecten): zorgen voor een gerichte en snelle doorverwijzing van kwetsbare zwangeren en goed samenwerken.

o   CABRIO-team: een voorbeeld van een team uit verschillende voorzieningen die zich toch één team voelen.

o   Welzijnsregio: stevig samenwerkingsverband tussen de Noord-Limburgse OCMW’s met een sterke geschiedenis

o   Gezin Centraal: een krachtig samenwerkingsverband dat inzet op verandering.

o   Kruispuntwerking GGZ ervaren we ook als een heel grote meerwaarde qua samenwerking.

o   LCO’s.

o   Gemeente Pelt investeert heel erg in lokaal sociaal beleid en betrekt daar de nodige partners in.

o   Zitdag VDAB in het Overkophuis (jongerenconsulent VDAB).

o   Lokaal Partnerschap VDAB-Zoom (trajectgezellen).

o   Huis van het kind is een mooie en goede praktijk van hulp/zorg aan kinderen en jongeren dat breed toegankelijk is.

o   Zorgzame buurten en buddywerkingen: belang van nabijheid voor mensen in kwetsbaarheid.

o   Wisselleren.

o   Straathoekwerk (preventief en outreachend werken).

 

Vraag 2: Wat hebben jullie nodig van je eigen organisatie om tot deze verandering te komen?

o   Voldoende mankracht, mensen, medewerkers.

o   Tijd om iedereen te leren kennen, buiten de organisatie mogen gaan.

o   Kiezen is op dit moment verliezen. Er is de tijd niet om overal aanwezig te zijn.

o   Ruimte krijgen om buiten te lijnen te mogen kleuren in functie van cliënten (want we voelen de werkdruk en de druk van de wachtlijsten ook al is het effect er niet onmiddellijk).

o   Mandaat krijgen om er mee aan de slag te gaan.

o   Mogen innoveren, mogen proberen, mogen falen… sociaal ondernemerschap mogen tonen.

o   Juiste subsidies, financiële stimulans van onze overheid. Subsidies inzetten om duurzame projecten in plaats van huidige tendens om veel tijdelijke middelen te geven.

o   Organisatie die het belang van RWONL herkent.

o   Elke organisatie heeft de beschikbaarheid van een goed geactualiseerde sociale kaart nodig. Je moet weten waarmee je binnen en buiten je organisatie terecht kan.

o   De visie van de organisatie mag niet enkel leven op papier maar moet zijn vertaalslag kennen in de concrete dagdagelijkse werking. Medewerkers moeten ook ruimte krijgen om samenwerking in de praktijk te brengen.

o   Een organisatie moet een veilige plek zijn voor medewerkers om vragen te stellen aan elkaar en tijd te krijgen om als medewerker te kunnen groeien. Medewerkers moeten het gevoel hebben van gewaardeerd te worden en dat prestaties/cijfers niet het enige belangrijke zijn. Ook het niet meetbare is van waarde.

 

 

Vraag 3: Wat hebben jullie nodig van partners (elkaar) om tot deze verandering te komen?

o   We ontmoeten elkaar ook informeel, we kennen elkaar bij naam en gezicht. RWONL speel hierin een belangrijke rol.

o   We vertrouwen elkaar.  

o   We kennen elkaars organisatie en het perspectief van en de evoluties in de organisatie.

o   We moeten ons niet als partners beschouwen maar als collega’s.

o   We zijn open en transparant in onze communicatie naar elkaar.

o   We zijn helder in elkaars doelstellingen.

o   We blijven geloven in de beste intentie van de ander.

o   We gaan in dialoog met elkaar, en voelen ons niet aangevallen wanneer er vragen worden gesteld: ‘help mij eens begrijpen…’

o   We geven constructieve feedback aan elkaar:

o   Er is bereidheid en openheid om in tandem te gaan werken (bijvoorbeeld in verlofperiodes elkaar wat opvangen, sparren met elkaar over doelen en acties,…)

o   We werken samen in een helder en duidelijk kader.

o   We kennen elkaars expertise en erkennen deze ook.

o   We moeten kortere lijnen tussen elkaar tastbaar maken.

o   De focus blijven houden op ‘Wat heeft de cliënt nodig?’ in samenwerking.

o   We hebben succeservaringen en succesverhalen nodig om verder te groeien in samenwerking.

o   Vertrekken vanuit een model van samenwerking, belang om geen ‘ticket’ nodig te hebben om beroep te doen op aanbod.

o   Van de overheid verwachten wij meer werkingsmiddelen om verandering te faciliteren en waardering voor het inhoudelijke, niet enkel voor cijfers.

o   Binnen opleidingsinstellingen mag het belang van samenwerking meer benadrukt worden.

o   RWONL dat verder blijft inzetten op geïntegreerde zorg door samen te komen rond thema’s die sector overstijgend zijn. Suggesties zijn:

o   complexe scheidingen

o   digitalisering

o   preventie

o   vereenzaming/individualisering van de maatschappij

o   dubbeldiagnose (mentale beperking/psychiatrische problematiek)

1 plaats waar mensen terecht kunnen voor multi problematiek

Datum

di, 13/06/2023 - 13:30

datum